Pim
Hekon
  • De 4 D’s (1)

De 4 D’s (1)

Onder deze titel gaan wij in deze en komende nieuwsbrieven in op één van de omvangrijkste operaties uit de sociale beleidshistorie. D staat hier voor decentralisatie, hoewel de vierde maatregel formeel geen decentralisatie is.

Het betreft de volgende ontwikkelingen:

  • De functies begeleiding, kortdurend verblijf en vervoer worden vanuit de AWBZ overgeheveld naar de gemeenten (Wmo).
  • Gemeenten worden financieel en uitvoeringstechnisch verantwoordelijk voor de uitvoering van alle jeugdzorg die nu onder het rijk, de provincies, de gemeenten, de AWBZ en de ZVW valt. 
  • De regelingen voor de onderkant van de arbeidsmarkt (Wwb, Wsw, Wajong) worden op de schop genomen en voor de doelgroep met een moeilijke positie op de arbeidsmarkt samengebracht in de Wet werken naar vermogen.
  • Het speciaal onderwijs krijgt in de Wet passend onderwijs een andere positie in het onderwijsbestel met als doel om het speciaal onderwijs betaalbaar en de instroom beheersbaar te houden.

Daarnaast speelt ook nog de volgende maatregel:
De AWBZ-financiering voor gehandicaptenzorg voor cliënten met een IQ boven de 70 wordt geschrapt, waarbij 50% van de huidige kosten wordt gereserveerd voor het financieren van “weglek” naar andere regelingen, zoals de Wmo.

Bosman & Vos heeft in veel van haar opdrachten te maken met één of meer van deze ontwikkelingen.

Of het nu gaat om aanbestedingsprocedures van welzijn in de deelgemeenten van Rotterdam of om de interne heroriëntatie van één van de grootste aanbieders van gehandicaptenzorg of om de derde reorganisatie van een koepel van speciaal onderwijs, het lijkt wel of iedereen in de sociale sector is ‘gegrepen’ door wat de komende jaren staat te gebeuren.

De impact is dan ook groot. Afgezien van de bezuinigingen waarmee al deze maatregelen gepaard gaan is er voor de sociale sector sprake van een stelselherziening, waarvan de kern is dat gemeenten, individueel of in een samenwerkingsverband eindverantwoordelijk worden voor de zorg voor kwetsbare burgers. Daarbij gaat het om werk, inkomen, welzijn, onderwijs en zorg in specifieke zin. Traditiegetrouw gaan gemeenten dat niet zelf uitvoeren, maar zoeken daarin partners uit de private sector. Middels subsidies of met na aanbesteding gesloten contracten betrekken zij daar instellingen bij. Deze zijn daar vaak nu al op actief, maar moeten zich opnieuw oriënteren op nieuwe producten, nieuwe opdrachtgevers, samenwerkingsverbanden en bedrijfsvoering. Het leidt tot veel beweging op de sociale markt, met – de eerlijkheid gebiedt dat te zeggen – veel werk voor de adviesbureaus.

De stelselherziening gaat gepaard met een nieuwe visie op de rol van de overheid. Centraal daarin staat het al bij de invoering van de Wmo (2008) ingevoerde begrip ‘civil society’. Het principe daarachter is, dat de meeste burgers heel goed voor zichzelf kunnen zorgen en waar daar dat niet zo is kan de omgeving bijspringen. De overheid komt pas in beeld wanneer de eigen kracht van de burger niet volstaat bij diens zorgbehoefte. Dan wordt in eerste instantie gezocht naar collectieve voorzieningen om daarin  te voorzien. Pas in laatste instantie wordt beoordeeld of een individuele voorziening nodig is, waarbij licht voor zwaar gaat en generiek voor specialistisch.

In de Wmo gaat deze visie gepaard met het begrip compensatiebeginsel. De cliënt heeft geen recht op zorg, zoals dat bij de AWBZ en de huidige Jeugdzorg nog wel het geval is, maar de overheid (lees de gemeente) is verplicht na te gaan of deze in staat is in haar primaire levensbehoeften te voorzien. Manco’s daarin moeten worden gecompenseerd.

In de komende nieuwsbrieven gaan wij na overleg met onze opdrachtgevers in op voorbeelden uit de actuele strategische praktijk van dienstverleners in onderwijs, welzijn en zorg in het licht van de 4 D’s. Hopelijk kan een breder publiek van die ervaringen profiteren. Wilt u meer weten, neem dan contact op.

Terug naar het overzicht

Deel deze pagina in uw netwerk

Wat we schrijven …

Van output naar outcome

Gemeenten staan voor de taak ondersteuning te organiseren, die effectiever, minder versnipperd en minder bureaucratisch is. Het financiële aspect is daarbij van belang.

Pim