De 4 D’s (4)
Auteur: Hekon Pasman
In onze serie over de decentralisaties in het sociale domein komen we nu in een belangrijke fase. We schrijven half november 2012, het regeerakkoord Bruggen slaan van de VVD en PvdA is twee weken oud. Veel aandacht is uit gegaan naar de koopkrachtplaatjes en de inkomensafhankelijke zorgpremie. Ons thema heeft in de landelijke pers nog weinig aandacht gekregen hoewel de aanpak ook hier majeur is. We bespreken opnieuw de actuele beleidsvoornemens op het gebied van de AWBZ en Wmo, Jeugdzorg, Werk en Inkomen en het (Passend) onderwijs.
1. AWBZ en Wmo.
Wij kondigden het al aan in onze vorige nieuwsbrief, de ontwikkelingen op dit terrein gaan hard. De coalitiepartijen brengen de AWBZ terug tot de intramurale zorg voor gehandicapten en ouderen met zorgzwaarte 5 en hoger. Deze romp-AWBZ van ongeveer 12 miljard euro krijgt het karakter van een landelijke voorziening. Het uitvoeringsorgaan krijgt de opdracht om regionale variatie in uitgavenniveaus terug te dringen.
De inkrimping van de AWBZ wordt gerealiseerd door overheveling van taken van de huidige AWBZ naar de Zvw en de gemeentelijke Wmo. Zo wordt de intramurale langdurige geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in 2017 overgeheveld naar de Zvw, net zoals de extramurale verplegingszorg. Samen gaat het om een bedrag van krap 2 miljard euro.
De overige extramurale AWBZ-zorg van ongeveer 10 miljard euro, vooral bestaande uit de functies verzorging, begeleiding en dagbesteding, wordt in 2015 overgeheveld naar de gemeentelijke Wmo en verandert daarmee van een verzekerd recht in een voorziening. De functie dagbesteding wordt als zodanig geschrapt en de aanspraken op persoonlijke verzorging worden ingeperkt. Bovendien zullen gemeenten mede dankzij het voorzieningenkarakter beter maatwerk kunnen leveren. Daarom wordt het over te hevelen budget voor de gemeenten met 1,6 miljard euro taakstellend verlaagd.
In de Wmo wordt de aanspraak op huishoudelijke hulp voor de hoge en midden inkomens met ingang van 2015 geschrapt (voor nieuwe gevallen in 2014). Op basis daarvan wordt de rijksbijdrage structureel met 1,2 miljard euro verlaagd.
Het rijk gaat vanaf 2015 uiteindelijk minimaal 250 miljoen investeren in wijkverpleegkundigen.
2. De jeugdzorg.
Eerder geformuleerde voornemens worden doorgezet. Per 2015 wordt de Jeugdzorg gedecentraliseerd naar de gemeenten middels een Wet zorg voor de Jeugd. In regeerakkoord wordt dit beleidsvoornemen van eerdere kabinetten bevestigd. Ook wordt daarin de knoop doorgehakt, dat dit het volledige beleidsveld betreft met naast de provinciale jeugdzorg ook de jeugd-ggz, de zorg voor lvg-jongeren, de gesloten jeugdzorg en de jeugdbescherming en jeugdreclassering.
3. Werk en inkomen.
Op dit gebied wordt een nieuwe (Participatie)wet per 2014 aangekondigd, die de ingetrokken Wet werken naar vermogen moet vervangen. De strekking lijkt dezelfde, de scherpe (bezuinigings)kantjes gaan eraf. Wajong, WSW en WWB worden onderdeel van deze wetgeving, waarbij gemeenten meer tijd krijgen om de WSW af te bouwen en te doen vervangen door eigen (lokale) vormen van beschut werk. Bovendien wordt een quotumregeling van 5% ingevoerd voor het aanstellen van gehandicapten in bedrijven. De re-integratiemiddelen worden verder beperkt.
4. Passend onderwijs.
Op dit beleidsterrein verandert er niets ten opzichte van Lenteakkoord. De wet wordt uitgevoerd, maar zonder de eerder aangekondigde korting van 300 miljoen.
Tot slot: de door de VVD opnieuw opgevoerde IQ-maatregel is in het regeerakkoord niet terug te vinden.
Onze conclusie is de volgende. Met deze nu aangekondigde operaties ontstaat er een geheel nieuwe verhouding tussen premiegefinancierde zorg met een publiek karakter (de romp-AWBZ), de premiegefinancierde zorg met een privaat karakter (de Zvw) en de gemeentelijke maatschappelijke ondersteuning gebaseerd op compensatieplicht (de Wmo). Deze laatste neemt in korte tijd sinds haar invoering (2007) enorm in volume toe en zal de grootste van de drie zorgstelsels omvatten. Daarmee zal ook de verhouding tussen zorg en welzijn en voorts met de andere lokale beleidsterreinen als (beschut)werk, passend onderwijs en jeugdzorg drastisch wijzigen en een enorme dynamiek krijgen. Het is onvermijdelijk, dat de nu nog afzonderlijke opererende branches op deze gebieden sterker op elkaar betrokken raken, zo niet nieuwe vormen van samenwerking aangaan.
Onnodig te zeggen, dat ons bureau van harte voor onze opdrachtgevers partner van deze ontwikkelingen wil blijven en zijn.